Historie
De Willibrordusschool bestaat inmiddels al meer dan 100 jaar. In 1911 is de school gestart op een locatie tegenover de huidige katholieke kerk in Oud-Beijerland. Vanuit zijn voorbeeldfunctie in het 'geloof', heeft de stichting van de school in 1911 voor de naam van Willibrordus gekozen. In de loop der jaren groeide de school naar meerdere klassen. In 1976 verhuisde de Willibrordusschool naar de nieuwbouw in de Frans Halsstraat. Met de komst van de kleuters en de start van de basisschool werd er in 1980 voor het eerst uitgebreid. Aangezien het aantal leerlingen bleef groeien werden er in 1990, 1996 en 2000 nogmaals lokalen aangebouwd. In 2011 heeft de school een grote renovatie ondergaan waardoor de Willibrordusschool nu een eigentijds schoolgebouw heeft.
Clemens Willibrord, ook Willibrordus genoemd, is de naamgever van onze school. Hij was een rooms-katholieke aartsbisschop en missionaris van Angelsaksische afkomst. Willibrordus is een christelijke heilige en staat ook bekend als de "apostel der Friezen", soms ook als "apostel van de Benelux".
Het leven van Willibrordus (geschreven door groep 5, 2015-2016)
In het jaar 658 wordt in een klein dorpje in Engeland een jongetje geboren. Zijn naam is Willibrord. De eerste jaren leert Willibrord praten, lopen, spelen en eten. Als hij ouder wordt, moet hij naar school. Daar leert hij schrijven, rekenen, Engels en Latijn. Ook leert hij veel over Jezus. Dat komt omdat hij niet op een gewone school zit, maar op een kloosterschool.
Op een dag is Willibrord met een leraar aan het wandelen. Als ze langs de zee komen vraagt Willibrord: "Wat voor land ligt er eigenlijk aan de andere kant van de zee?" Zijn leraar vertelt dat daar een woest land ligt, waar de mensen erg veel vechten en helemaal niet aardig zijn voor elkaar. Ze geloven niet in Jezus, maar hebben een heleboel goden, zoals Wodan en Donar. Zij heten de Friezen. "Nou, dan ga ik er toch heen om over Jezus te vertellen", zegt Willibrord. Maar zijn leraar zegt: "Dat kun je niet doen, Willibrord, het is daar levensgevaarlijk!"
Als Willibrord ongeveer 25 jaar is en priester is geworden, moet hij nog steeds denken aan dat gevaarlijke woeste land van de Friezen. Op een dag stapt hij met 11 andere priesters in een bootje en gaat op weg naar het onbekende, gevaarlijke land. Willibrord gaat naar de Friezen en leert hen hoe ze stevige huizen moeten bouwen, dat ze zich tegen de zee moeten beschermen door duinen met gras te beplanten en hij helpt de arme en de zieke mensen. Maar hij vertelt natuurlijk ook over zijn grote voorbeeld: Jezus.
Willibrord krijgt in Utrecht een echt kasteel en hij bouwt er een kerk, op de plaats waar nu nog de Domkerk staat. Zo wordt Utrecht een bisschopsstad.